In het kader van ons 10-jarig jubileum zijn we in gesprek gegaan met Jos van Bree, beter bekend als “Mister HSLnet”. Jos is op dit moment Burgemeester van Geldrop-Mierlo, maar was in de begintijd van HSLnet wethouder in gemeente Heeze-Leende. We blikken met hem terug op de start van HSLnet.
In 2006-2007 is het eerste idee voor HSLnet binnen de gemeente geboren. Vanuit de ondernemersvereniging Heeze-Leende was er een behoefte in het aanleggen van goede verbindingen naar alle bedrijven en bij voorkeur voor glasvezel. En niet alleen voor bedrijven, maar zeker ook voor huishoudens. Er zijn toen een aantal mensen samengekomen, waaronder Jos vanuit de gemeente, om de mogelijkheden hierin te onderzoeken. Jos: “Al snel kwamen we tot de conclusie dat we als gemeente zelf eigenaar van het netwerk wilden worden omdat we glasvezel zagen als een nutsvoorziening. Net zo belangrijk als gas, water en licht."
“Een goede internetverbinding is cruciaal voor de samenleving. De afgelopen jaren hebben we dit natuurlijk heel goed kunnen ervaren met het thuiswerken vanwege corona. Ook bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen is dit hun eerste vraag, want via internet kunnen zij contact houden met andere familieleden. We vonden het vooral belangrijk dat iedereen binnen onze gemeente een verbinding kon krijgen, niet alleen de kernen en de woningen die dicht bij elkaar lagen. Tijdens onze zoektocht hebben we gesproken met diverse partijen die commercieel glasvezel aanleggen om te bekijken wat de mogelijkheden bij deze partijen waren. Al snel bleek dat vooral het triple play principe voorop stond (radio, telefoon, televisie) en dat de sociale kant van het netwerk voor hen geen rolde speelde. Ook wilden deze partijen alleen onze kernen aansluiten en zou het buitengebied en de kern Leenderstrijp geen aansluiting krijgen.”
Een commerciële glasvezelaanlegger heeft als hoofddoel om winst te maken. Een glasvezelnetwerk heeft per woning een individuele verbinding van een centrale naar de woning. Deze verbinding wordt niet gedeeld, wat betekent dat wanneer de woningen verder uit elkaar staan, er niet kan worden “doorgelust” vanuit de vorige woning. Iedere woning heeft een eigen glasvezel die moet worden aangesloten. De kosten per meter aanleg zijn hoog, waardoor het erg duur is om woningen die verder uit elkaar liggen (zoals in het buitengebied) aan te sluiten op glasvezel. Commerciële partijen focussen zich dus altijd op de kernen, daar waar de woningen dicht op elkaar liggen en de kosten beter in verhouding zijn met de inkomsten die er tegenover staan.
“Omdat wij als gemeente wel wilden dat het glasvezelnetwerk binnen al onze kernen én het buitengebied zou worden aangelegd, en dat er ruimte zou zijn voor ontwikkeling van andere sociaal-maatschappelijke diensten in een later stadium, was het zelf opzetten van een coöperatie die de aanleg en exploitatie van het netwerk zelf zou doen de beste oplossing. Samen met hoogleraar Jan Smits van de TU in Eindhoven hebben we de gemeenteraad weten te overtuigen van dit plan.”
“In de omgeving werd er ook enthousiast gereageerd op het opzetten van een coöperatie. Vanuit Geldrop liep er al een hoofdverbinding richting Heeze en Leende die was aangelegd door de Rabobank. Zij hadden een extra loze leiding liggen en waren zo positief over de ontwikkeling van een eigen netwerk, dat zij deze loze leiding beschikbaar hebben gesteld aan HSLnet voor het aanleggen van de backbone, de hoofdverbinding tussen de wijkcentrales.”
“Ik kijk positief terug op de startperiode. Het was pittig met de tegenwerking van een aantal commerciële partijen die het niet eens waren met onze keuze om het netwerk zelf aan te leggen, maar toen we eenmaal van start gingen waren er enorm veel “believers”. Veel partijen waar we mee samenwerkten, zoals Spitters voor de aanleg en Aquastora voor het signaal, waren vanaf het begin positief en hielpen mee waar zij konden. Ik ben blij dat de afgelopen jaren ook het buitengebied is aangesloten op glasvezel en dat de toekomst open staat voor het ontwikkelen van meer sociaal-maatschappelijke diensten via glasvezel en het verder tot stand brengen van de coöperatieve gedachte waarbij we niet alleen een verbinding leveren maar meer doen voor, en in verbinding staan met, elkaar.”