Wifi is het draadloos verbinden van een apparaat (bijvoorbeeld een laptop, smartphone of tablet) aan het lokale netwerk (LAN). Een router of modem, dat zelf bedraad is verbonden met het internet, zendt een radiosignaal uit waardoor andere apparaten draadloos verbinding kunnen maken met het netwerk. Het Wifi signaal is binnen een bepaalde straal rondom het modem beschikbaar en wordt zwakker naar mate je verder weg bent van het modem. De grootte van deze straal wordt onder andere bepaald door de sterkte van de router en de frequentie waarop het signaal wordt uitgezonden. De ontwikkelingen gaan nog steeds in een razend tempo rondom deze techniek, waardoor de mogelijkheden steeds beter worden en ook zullen blijven verbeteren in de toekomst.
Weetje: De term wifi is bedacht door een marketingbureau en is geen afkorting van de gebruikte techniek. De techniek achter draadloos internet heet eigenlijk IEEE 802.11.
Een bekabelde internetverbinding geeft over het algemeen de hoogste snelheid. Er zitten hierbij amper onderbrekingen in het signaal waardoor dit zuiver binnenkomt in het apparaat. Bij Wifi wordt het internetsignaal omgezet in een radiosignaal, wat zorgt voor snelheid verlies. Een draadloos signaal is bijna altijd een stuk minder snel dan een bedraad signaal. Een verbinding van 500Mbit/s kan via Wifi zomaar de helft zijn. Hoeveel verlies hier optreedt is onder andere afhankelijk van het gebruikte modem. Naarmate je verder weg zit van het modem daalt de snelheid en de omgeving waarin je zit heeft hier ook invloed op. Obstakels als muren en betonnen vloeren zorgen bijvoorbeeld voor minder bereik van het signaal.
Het draadloze Wifi signaal ondervindt nog wel eens problemen, waardoor de snelheid of het bereik wordt beperkt. In veel moderne huizen kan het zijn dat de muren en vloeren te dik zijn, waardoor het signaal wordt tegengehouden. Op bepaalde plaatsen in huis heb je dan bijvoorbeeld weinig bereik. Ook kan andere apparatuur in het huis of in de omgeving het signaal verstoren zoals:
In woonwijken kunnen ook de wifi signalen of apparaten van de buren zorgen voor verstoring. De beschikbare frequentiebanden moeten gedeeld worden met andere apparaten en net als in een schoolklas mag maar één iemand tegelijk praten. Wanneer het ene modem of apparaat “spreekt” (een signaal verzendt) zijn de anderen stil en wordt de frequentieband gebruikt. Zijn er dus veel netwerken bij elkaar in de buurt, dan verstoren zij elkaar wat kan zorgen voor problemen met de verbinding.
Een manier om hiermee om te gaan is door gebruik te maken van een andere frequentieband. Naast 2,4 GHz kan er ook gebruik gemaakt worden van een 5 GHz frequentie (dit is overigens niet hetzelfde als het 5G netwerk voor mobiele telefoons, hier staat de G voor generatie). De 5GHz frequentie voor Wifi heeft meer frequentiebanden beschikbaar, waardoor er meer apparaten tegelijk kunnen spreken en de snelheid hoger is. Daarbij is het bereik van het signaal korter, waardoor storing door buren minder snel voorkomt.
Wil je het Wifi signaal versterken en zo op meer plekken in huis snel draadloos internet hebben? Dat kan door het aansluiten van een los access point, een soort verlengstuk van je modem dat je bedraad aansluit op het modem. Het verschil tussen een access point en een Wifi repeater is dat een Wifi repeater het al bestaande Wifi signaal gebruikt en versterkt, terwijl een access point een bedrade verbinding heeft en dat zelf omzet in een nieuw Wifi signaal binnen het netwerk. Het signaal wordt bij een Wifi repeater versterkt maar kan wat langzamer zijn. Een access point zendt een vast signaal zelf uit als Wifi signaal en dat zorgt vaak voor een snellere verbinding. Een voorwaarde voor het gebruiken van een access point is dus wel dat je beschikt over een internetkabel op de plaats van het access point. Heb je dat niet, dan kan een Wifi repeater een handige oplossing zijn.
Wanneer je een access point gebruikt kun je echter nog steeds plaatsen in huis houden waar het Wifi signaal minder sterk is. Dat komt omdat het apparaat (bijvoorbeeld een smartphone) altijd probeert om het signaal dat je hebt zo lang mogelijk vast te houden. Ben je beneden in je woning en ga je naar boven, dan kan het even duren voor het apparaat overschakelt op het nieuwe en sterkere signaal op zolder en probeert het vast te houden aan het signaal beneden. Dit kan zorgen voor een (tijdelijke) dip in het signaal. Om dit te ondervangen kun je een mesh netwerk opzetten. Dit zijn access points die samenwerken en waarbij je altijd automatisch verbinding maakt met het snelste access point. Hierdoor is de internetverbinding binnen het netwerk stabieler. Er wordt gebruik gemaakt van een hoofd unit of controller en meerdere slave units die je op verschillende plaatsen in je woning of tuin plaatst. De technologie achter mesh is merkgebonden, waardoor het combineren van verschillende merken mesh apparatuur tot een enkel mesh netwerk niet mogelijk is.